Temperatuurschommelingen en darmmotiliteit

Als de temperaturen drastisch dalen of schommelen, zoals vaak het geval is tijdens de Scandinavische lente (van 3°C tot 18°C) (2,3), reageert het spijsverteringsstelsel van je paard daarop. Koud weer kan de darmmotiliteit aanzienlijk verminderen - de golfachtige spiersamentrekkingen die voedsel door het spijsverteringskanaal bewegen. Deze vertraging is niet alleen ongemakkelijk, maar kan ook ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken.

Tijdens koudere periodes sparen paarden van nature energie door de bloedtoevoer naar perifere gebieden te verminderen en deze om te leiden naar vitale organen. Hoewel deze biologische reactie normaal is, kan de verminderde doorbloeding naar de darmen leiden tot een vertraagde spijsvertering en een verhoogd risico op impactiekoliek - een potentieel gevaarlijke aandoening waarbij voedsel vast komt te zitten in de darmen.

Lager waterverbruik

Misschien wel het meest verontrustende aspect van koeler, vochtig weer is de invloed ervan op de hydratatie (7). Onderzoeken tonen consequent aan dat paarden aanzienlijk minder water drinken als de temperatuur daalt (8). Een typisch paard heeft dagelijks 30-45 liter water nodig (1), maar de consumptie kan tot 40% dalen tijdens koude periodes. Deze vermindering creëert een perfecte storm voor spijsverteringscomplicaties:

• Drogere darminhoud beweegt langzamer door het spijsverteringskanaal
• Minder water leidt tot dikker darmslijm, wat de opname van voedingsstoffen beïnvloedt
• Uitdroging kan de samenstelling van het darmmicrobioom veranderen, waardoor nuttige bacteriën worden verstoord

Gedragsveranderingen die het voedingspatroon beïnvloeden

Bewolkte omstandigheden met beperkt zonlicht, zoals voorspeld voor Scandinavië (2, 3), kunnen het eetgedrag op subtiele maar belangrijke manieren beïnvloeden. Verminderde daglichturen beïnvloeden het natuurlijke graasritme van paarden, waardoor ze mogelijk grotere hoeveelheden voer in kortere perioden consumeren in plaats van de hele dag door continu te grazen.

Dit veranderde eetpatroon kan het spijsverteringsstelsel overweldigen, vooral in combinatie met minder beweging tijdens nat weer wanneer de weidegang beperkt is. Het resultaat is vaak een onvolledige vertering van het voer, waardoor overtollig gas ontstaat en de kans op koliek toeneemt.

Seizoensgebonden voerveranderingen en de invloed op de spijsvertering

De lente in Scandinavië brengt nog een uitdaging met zich mee: de snel veranderende samenstelling van het grasland. Wanneer de temperaturen geleidelijk opwarmen tot de voorspelde 17-18°C in delen van Zweden en Denemarken (4, 5), begint gras krachtiger te groeien, waardoor zowel het volume als het voedingsprofiel drastisch verandert.

Deze plotselinge verschuiving brengt verschillende uitdagingen met zich mee op het gebied van spijsvertering:

• Verhoogd fructaangehalte (plantensuikers) in jong voorjaarsgras kan de darm overweldigen
• Snelgroeiend ruwvoer bevat vaak een hoger vochtgehalte en minder structuurvezels
• De overgang van winterhooi naar voorjaarsgras vereist een aanzienlijke aanpassing van de darmmicrobiota

Voor paarden met een gevoelige spijsvertering of paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid, kunnen deze veranderingen bijzonder problematisch zijn.